ALGEMENE GESCHIEDENIS 5. De Nieuwe Tijd (IV, 8)

Met behulp van het leger zal Lodewijk XIV zijn politiek van dynastiek imperialisme gaan voeren: heel de regering van de zonnekoning is één daad van oorlog, onderbroken door periodes van wapenstilstand of gewapende vrede. Het begon met aanspraken, die de koning maakte op gebieden, die behoorden aan de Spaanse kroon, met name de Spaanse Nederlanden: de zogenaamde devolutieoorlog (1665-1668); daarna komt logischerwijze de Hollandse oorlog (1672-1678). Het prestige dat Frankrijk na die twee oorlogen bezat, heeft Lodewijk XIV grotendeels verspeeld in de volgende jaren: de negenjarige oorlog (1688-1697)als gevolg van de pogingen van de franse koning om delen van Duitsland in te palmen, en tenslotte de Spaanse successieoorlog (1700-1713) die ging om de erfopvolging van de Spaanse koning en om de dreiging die voor het evenwicht in Europa uitging van het vooruitzicht dat de Bourbons eventueel de Spaanse kroon konden erven.

In detail:

  • de devolutieoorlog (1665-1668). Lodewijk XIV valt de Zuidelijke Nederlanden binnen, nadat die volgens het zgn. devolutierecht zogezegd aan zijn vrouw, dochter uit het eerste huwelijk van Philips IV van Spanje, toekwamen. Het was noch min noch meer een verkrachting van alle regels van het internationale recht. Die oorlog vloeide voort uit de imperialistische politiek van een absoluut heerser, die zich door God geroepen waande om heerser te zijn en boven alle regels en wetten te staan.
    Karel II (van Engeland) had een tweede Engels-Hollandse oorlog uitgevochten omwille vooral van koloniale belangen (Nieuw-Amsterdam). Na vrede te hebben gesloten, keerden Engeland en Holland zich samen tegen Frankrijk. Ook Zweden koos hun kant, zo dat Lodewijk XIV tegenover de drie toen sterkste zeemogendheden kwam te staan, en uiteindelijk koos voor de vrede: het verdrag van Aken van 1668 dat Frankrijk de Nederlanden deed ontruimen. Engeland en vooral Holland waren tegen Frankrijk, omdat de aanhechting van de Zuidelijke Nederlanden aan Frankrijk onvermijdelijk de heropening van de schelde en de herleving van Antwerpen als zeehaven had betekend: het ging dus om economische belangen. Frankrijk stond geïsoleerd tegenover een coalitie van andere landen, onder leiding van Engeland, coalitie die de rechten van Spanje op de Zuidelijke Nederlanden verdedigde. Dat betekende dus eveneens toenadering tot Spanje tegen Frankrijk.
    Gevolg van die devolutieoorlog was eveneens de ontbinding van de Rijnliga, waardoor Frankrijk in het Duitse Rijk geen overwichtpositie meer bekleedde. Het Europese evenwicht, dat in 1648 door de verdragen van Westfalen was tot stand gekomen, was twintig jaar later, bij de Vrede van Aken helemaal verzwonden.



  • You can follow any responses to this entry through the RSS 2.0 feed. You can leave a response, or trackback from your own site.

    Leave a Reply

    You must be logged in to post a comment.