Mijlpalen van de Europese eenwording (42)

Maar daarmee is de toekomst van het Europese Buitenlands- en Veiligheidsbeleid nog niet verzekerd. Naar aanleiding van de discussie rond de Europese grondwet, waarin de hierboven beschreven regelingen grotendeels hernomen en aangevuld werden, vroegen sommigen zich openlijk af of het wel kon om het buitenlandse beleid over te laten aan een orgaan waarover elke directe controle ontbreekt. Los van het feit dat controle over buitenlands beleid en defensie ook voor nationale parlementen vaak een heikele klus is, hebben deze critici een punt. De invloed van het Europese parlement is immers beperkt en die van de nationale parlementen uiteraard ook.
Anderen stellen zich openlijk de vraag of het wel wenselijk is dat Europa een militaire macht ontwikkelt. Zulke geluiden hoort men niet enkel bij traditioneel antimilitaristische en pacifistische groepen. Ook de neutrale Europese landen, intussen met uitzondering van Zwitserland allemaal lid van de Unie, hebben zo hun vragen bij bepaalde ontwikkelingen. Zij zijn zelf traditionele vredeshandhavers in het kader van de Verenigde Naties en zeker niet geneigd om zich via de omweg van de EU te laten meeslepen in operaties die niet gedekt zijn door het fiat van de Verenigde Naties of zeer vergaande interpretaties aan een VN-mandaat geven. Hier speelt dus, naast de traditionele invalshoeken van de groten, ook de neutralistische traditie, die evenzeer een Europese traditie is.

De VN-goedkeuring voor operaties (of het ontbreken daarvan) was ook één van de grote punten bij wat ongetwijfeld de grootste mislukking van het Europees buitenlands beleid van de laatste jaren mag worden genoemd: de Irak-crisis van 2003 en de totaal tegengestelde houdingen die de Europese leden van de VN-veiligheidsraad aannamen. Toevallig waren naast Frankrijk en Groot-Brittannië (permanent lid) ook twee andere grote Europese lidstaten, Duitsland en Groot-Brittannië, in de aanloop naar
de oorlog in Irak lid van de Veiligheidsraad. Waarbij Spanje en Groot-Brittannië de kant van de Amerikanen kozen en Frankrijk en Duitsland (waar op dat ogenblik een roodgroen coalitie aan de macht was) de leiding namen van de oppositie.
De Europese Unie werd verscheurd door de kwestie. De Amerikanen gooiden olie op het vuur door de tegenstanders af te doen als het




You can follow any responses to this entry through the RSS 2.0 feed. You can leave a response, or trackback from your own site.

Leave a Reply

You must be logged in to post a comment.