Een ongelijke wereld (6)

Hoe kwam de mens ertoe het jagen en verzamelen uiteindelijk op te geven en voedsel te gaan produceren? Daar kunnen we enkel over speculeren en ja, ook kijken naar de zeldzame volkeren, die vandaag de dag nog nomadisch zijn en de stap naar het produceren van voedsel nog niet hebben gezet.

Voedselproductie werd wellicht niet ontdekt of uitgevonden. Het was een bijverschijnsel bij beslissingen die de mens nam zonder zich van de gevolgen ervan bewust te zijn: de beslissing bv. om ergens een tijdje te blijven omdat men om één of andere reden gewoon niet verder kon. En de overgang van de nomadische manier van leven naar de sedentaire zal ook heel geleidelijk zijn gebeurd.

Wat kan jagers-verzamelaars ertoe hebben aangezet boeren te worden? Een terechte vraag, want als we sommige radicale ecologisten van vandaag moeten geloven, was deze overgang niet voor de hand liggend. De boer is er niet altijd direct beter van geworden.

Een voor de hand liggende reden: omdat er op een zeker ogenblik minder wilde dieren te vinden waren. Het is geweten dat in Amerika rond 12000 jaar geleden en in Australië zo’n 40000 jaar geleden de grotere wilde dieren uitstierven, toevallig in dezelfde periode dat er in die gebieden mensen opdoken… Dat kan dus ook in het Midden-Oosten die richting zijn uitgegaan.

De beschikbaarheid van talrijke wilde planten in een gebied zit er wellicht ook voor iets tussen. En dan ook van technieken om die planten te verzamelen, te bewerken en op te slaan, zodat er steeds een voedselvoorraad ter beschikking was ook voor leden van de groep die niet produceerden.

En tenslotte het feit dat dank zij het vergroten van de voorraad voedsel ook de levenskansen van de kinderen stegen en de bevolking dus toenam.




You can follow any responses to this entry through the RSS 2.0 feed. You can leave a response, or trackback from your own site.

One Response to “Een ongelijke wereld (6)”

  1. andre Says:

    Ivm de thesis van die radicale ecologisten: zie Fukuyama: De oorsprong van de politiek, p. 527: “Als de technologische vooruitgang zo langzaam gaat (nl. voor de negentiende eeuw), heeft zij een dubbel karakter. Op korte termijn verbetert zij het levenspeil en hebben de vernieuwers er baat bij. Maar vervolgens stimuleert de grotere rijkdom een bevolkingstoename, waardoor de productie per hoofd van de bevolking daalt en men gemiddeld niet beter af is dan voor de technologische verandering. Daarom hebben vele auteurs betoogd dat mensen in vele opzichten slechter af waren na de overgang van jagers-verzamelaars naar landbouwsamenlevingen. Hoewel de potentiële voedselproductie veel groter was, werd hun dieet eenzijdiger, wat een negatief effect op hun gezondheid had. Ze leverden een grotere inspanning om voedsel te produceren en leefden in dichtbevolkte gebieden, zodat ze vatbaarder waren voor ziektes, enzovoort.

Leave a Reply

You must be logged in to post a comment.