Een ongelijke wereld (16)

Gecentraliseerd bestuur
Ook gecentraliseerd bestuur is een direct gevolg en tegelijk oorzaak van de ongelijkheid, die door de productie van voedsel is tot stand gebracht.

De menselijke samenleving heeft grofweg vier fasen doorlopen op weg naar de huidige complexe staten:

1. Familiegroepen: groepen van enkele tientallen personen, allemaal of nagenoeg allemaal door geboorte of huwelijk aan elkaar verwant. Deze groepen kennen geen instituties of economische specialisatie en zijn egalitair. Het leiderschap ervan is informeel. Doorgaans gaat het hier om jagers-verzamelaars.

2. Stammen: zijn talrijker en hebben meestal een vaste woonplaats. Ze bestaan doorgaans uit meer dan één formele verwantschapsgroep, maw uit clans, waartussen huwelijkspartners worden uitgewisseld. Het gaat hier over een paar honderd mensen, met nog steeds een informeel leiderschap: de ‘big man’ of invloedrijkste man. Zijn status is niet erfelijk. Ook stammen zijn nog steeds egalitair.

3. Hoofdmanschappen: als vorm van samenleven bestaan die nu niet meer. De hoofdmanschappen bevatten enkele duizenden tot tienduizenden mensen. Hoofdman was een officiële functie, met monopolie op het recht geweld te gebruiken. Hij (of zij?) had onderscheidingstekens, en een ambtenarenapparaat. De hoofdmanschap kon de productie van voedsel aanzienlijk verhogen, want naast ruilhandel (die bij de stammen gebruikelijk was) komt er ook een reproductieve economie.
Hier duikt ook slavenarbeid op, en vormen van belasting, en plicht om te werken aan openbare werken. Hier komt ook de kleptocratie: hogere klassen die zich systematisch verrijken ten koste van gewone burgers. En een ideologie , voorloper van een geïnstitutionaliseerde religie, die de autoriteit van de hoofdman schraagt.

4. Staten. De eerste zijn ontstaan in Mesopotamië, veel later kwamen Midden-Amerika, China, West-Afrika aan de beurt. Het aantal inwoners is hier veel groter: het loopt in de miljoenen. De plaats waar het staatshoofd woont, wordt hoofdstad. Monumentale openbare gebouwen en paleizen duiken op. Erfelijke macht, doorgedreven economische specialisatie, interne conflictbeheersing met wetten, politie en rechterlijke macht.
Staten zijn, bij botsingen met eenvoudiger eenheden, in het voordeel qua bewapening en technologie, qua troepenmacht en hulpbronnen, qua ideologie: de burgers zijn bereid om zich dood te vechten…




You can follow any responses to this entry through the RSS 2.0 feed. You can leave a response, or trackback from your own site.

Leave a Reply

You must be logged in to post a comment.