Archive for the 'Nieuwe Tijd' Category

ALGEMENE GESCHIEDENIS 5. De Nieuwe Tijd (I, 5)

Welke factoren liggen aan de basis van dit veranderde denken?

  • de opleving van de handel: de bloeitijd van de Hanze in de 14e en 15e eeuw, en de bloei van grote handelsondernemingen in Italië, speciaal in Venetië.
    De Hanzesteden aan de kust van de Baltische zee, met Lübeck als leidende stad, hebben een indrukwekkende handelsactiviteit aan de dag gelegd maar zullen het in de 16e eeuw moeten afleggen tegen de sterkere gecentraliseerde monarchieën en staten, de Verenigde Nederlanden op kop, omdat ze te verdeeld waren en naijverig op elkaar.
    De republiek Venetië echter was een gecentraliseerd rijk, dat heel doeltreffend werd bestuurd. Ze bezat grote werven, met rederijen en schepen met een vracht tot 250 ton, die elk jaar verschillende malen uitvoeren naar Vlaanderen (vanaf 1317), Libanon, de Zwarte Zee, het zuiden van Frankrijk en ook naar Jaffa met pelgrims voor het heilige land. Vanaf de 15e eeuw werden de Venetiaanse bezittingen in het Oosten door de Turken sterk bedreigd, wat de noodzaak met zich meebracht steeds meer geld, schepen en manschappen voor de oorlog vrij te houden. In de 16e eeuw kwam dan de concurrentie met Portugal en Spanje. Vanaf de 17e eeuw doet de omslag van de handel naar de Atlantische oceaan zich tenvolle voelen en is het einde van de Venetiaanse bloeiende handel een feit, tot op vandaag



  • ALGEMENE GESCHIEDENIS 5. De Nieuwe Tijd (I, 4)

    1. De Renaissance: de grondslagen van de maatschappelijke verandering in de 15e eeuw.

    Inzake belangstelling voor de antieke auteurs en cultuur is de Renaissance geen absolute breuk met de middeleeuwen. Via Spanje (de Moslims), Sicilië (eveneens de Moslims) en direct via Byzantium was de kennis van de Griekse antieke cultuur al vóór 1453 in Europa doorgedrongen. De Renaissance moet dus eerder worden gezien als een overgangstijd, die in Italië al in de 14e eeuw een aanvang nam en vooral te danken was aan nieuwe economische en politieke situaties, die het individualisme en de ondernemingslust bevorderden en de aandacht richtten op het materiële.

    De Renaissance betekende op godsdienstig-maatschappelijk terrein ook geen breuk met de middeleeuwen. Ze was enkel nogal exclusiever dan voorheen gericht op het aardse en menselijke. De humanisten uit de Renaissance aanvaardden meestal de opvattingen van de kerk over het ontstaan en de bestemming van de wereld, maar voor hen was de kerk en het geloof vooral een morele code. Het waren dus geen



    ALGEMENE GESCHIEDENIS 5. De Nieuwe Tijd (I, 3)

    Tenslotte zou men ook nog 1517 kunnen vooropstellen als datum voor het begin van de Nieuwe Tijd. Het jaar, waarin Luther zijn 97 stellingen verkondigde, begin van de breuk binnen de katholieke kerk. Wie de middeleeuwen ziet als de tijd, waarin de katholieke kerk heel het culturele en maatschappelijke leven in West-Europa bepaalde en het middeleeuwse ideaal van de eenheid op geestelijk gebied belichaamde, zal die datum belangrijk vinden. Al moet onmiddellijk worden gezegd dat de reformatie of hervorming als zodanig veel meer



    ALGEMENE GESCHIEDENIS 5. De Nieuwe Tijd (I, 2)

    Een andere datum voor het begin van de nieuwe tijd zou kunnen zijn: 1453. Het betekent het einde van de honderdjarige oorlog én de inname van Constantinopel door de Turken, het einde dus ook van Byzantium.
    Een nieuwe tijd breekt aan met belangrijke vorsten in



    ALGEMENE GESCHIEDENIS 5. De Nieuwe Tijd (I, 1)

    Inleiding:
    We spreken van de nieuwe tijd, of de moderne tijd. We zouden deze bijdrage ook de titel mee kunnen geven van




    You can follow any responses to this entry through the RSS 2.0 feed. You can leave a response, or trackback from your own site.