Archive for the 'GESCHIEDENIS VAN DE ISLAM' Category

De islam in Indonesië

Pas in de vijftiende eeuw is Indonesië veroverd door de Islam, nee niet met militaire middelen, maar door handelscontacten. Toch bleven het hindoeïsme en boeddhisme in bepaalde praktijken en rites leven, diep onder het oppervlak van een bekering tot de Islam. Sinds enkele tientallen jaren echter probeert een militante, fanatieke vorm van de islam die sporen uit te wissen.
Het verhaal daarover is geschreven door een Indiër, opgevoed in het hindoeïsme, en moet dus misschien met een klein korreltje zout gelezen worden. Maar het doet toch nadenken over de weg, die al te veel mensen in de Islam vandaag de dag blijkbaar inslaan, een weg van fanatisme en onverdraagzaamheid.



Tribale cultuur in het Midden-Oosten

Een heel belangrijk artikel over het belang van de ‘stammencultuur’ in het Midden-Oosten. Stam als een in segmenten opgedeelde geslachtslijn, met de connotaties van vete, conflict, tegenstelling, eer. En dat vooral binnen een samenleving zonder echt centraal staatsgezag, dat het geweld monopoliseert. Een samenleving die men kan omschrijven als een ‘geordende anarchie’. En als voorbeeld verwijst de auteur naar de Anbarprovincie in Irak en Waziristan in Pakistan.
In oorsprong is de jihad dus misschien geen gevolg van de Islam, maar de Islam een godsdienst die de jihad als cultureel stam-gegeven heeft gebruikt om zich te verspreiden, en om strijdende stammen te verenigen tegen een gemeenschappelijke vijand.
Willen we het Midden-Oosten van vandaag leren begrijpen, zo zegt de auteur van dat artikel, dan moeten we ons verdiepen in de regels en realiteit van het leven in gesegmenteerde stammen. Daarmee reageert hij op auteurs zoals Edward Saïd, die na de laatste wereldoorlog het denken van de antropologen in termen van ‘stam’ en ‘geslacht’ betitelde als ‘oriëntalisme’ en typisch Westerse kijk op de problemen in het Midden-Oosten.



Secularisme en sharia (2)

Anderhalve maand geleden verwees ik naar een artikel in ‘The Economist’, dat inspeelde op de reacties van de Engelse pers op een voorstel van de aartsbisschop van Canterbury, Rowan Williams, om na te denken over de mogelijkheid tot overlapping van de sharia en de Engelse wetten. Dit in verband met de aanwezigheid, in Groot-Brittannië van een steeds groter wordende moslim-gemeenschap.
Die reacties wezen er duidelijk op dat de media in onze geseculariseerde maatschappij allesbehalve voorbereid zijn op en geschikt voor dergelijke discussies. Dat weze nog maar eens gezegd, dit keer in verband met de hele heisa rond de fita-film van Wilders.
Wie wat dieper op de kwestie wil ingaan, moet zich maar eens de moeite getroosten het artikel te lezen van Stephen H. Jones in Eurozine. Dan besef je misschien dat de dialoog tussen jodendom, christendom en islam over andere lijnen moet lopen dat nu al te dikwijls gebeurt. Tenzij je natuurlijk van oordeel bent dat geen dialoog mogelijk is of kiest voor regelrecht conflict



Secularisme en sharia

De aartsbisschop van Canterbury, Rowan Williams, heeft onlangs de kat de bel aangebonden: hij pleitte ervoor dat in onze seculiere maatschappij sommige religieuze groepen, in casu de Moslims, misschien zouden moeten kunnen terugvallen op eigen ‘wetten’ en ‘gebruiken’ binnen natuurlijk het kader van de wetten van het land zelf. Volgens de auteur van een artikel in The Economist is de reactie daarop, nl. groot protest en zelfs eisen tot aftreden van de aartsbisschop, geïnspireerd door de angst voor de Islam in onze maatschappij, waarin het christendom in de laatste decennia veel aan invloed heeft ingeboet. Het is dus zaak die angst voor de Islam opzij te zetten en het probleem in een ruimer kader te zetten, iets wat dit artikel poogt te doen. Misschien kan je ook even de tekst van de rede van de aartsbisschop zelf lezen: het vraagt een zekere inspanning, maar zal misschien tot een genuanceerder oordeel leiden in een mediawereld, waarin oneliners en pseudo-kennis al vlug leiden tot zinloze tegenstellingen en ruzies.



De smeltkroes van God

Een interessante bespreking van het boek van David Levering Lewis: God’s crucible. The Islam and the making of Europe. 570 tot 1215″. Die Lewis is blijkbaar overtuigd van de idee dat de Arabieren in Spanje (in El Andalus) oneindig veel beschaafder en ontwikkelder waren dan hun tegenstanders, de Franken. En dat hun nederlaag in Poitiers in 732 een gemiste kans is geweest voor Europa. Een gedurfde stelling in deze tijd, waarin de Islam voor velen gelijk staat aan achterlijkheid en terrorisme. Daarom wellicht schreef Lewis dit boek, als een antidotum. En wie ooit in Andalusië de moskee van Cordoba en het Alhambra in Granada heeft bezocht, zal moeten toegeven dat Lewis sterke argumenten heeft voor zijn stelling.



Wetenschap en Islam

Een tijd geleden verwees ik hier naar een bijdrage over de houding van de Islam ten opzichte van de wetenschap. In dit artikel heeft de auteur het eveneens over die verhouding, bij de bespreking van een boek van Muzaffar Iqbal: “Science and Islam”.
De wetenschap, door de moslims beoefend, is volgens Iqbal meer geweest dan een commentaar op de van de Grieken overgeërfde wetenschappelijke kennis. En ook na de twaalfde eeuw (maw na de dood van Al-Ghazali in 1111) heeft de wetenschap niet helemaal het veld geruimd voor de uit de Koran overgeleverde wijsheid. Het is duidelijk dat tot in de vijftiende eeuw moslims met wetenschap bezig waren. Maar daarna was het gedaan, zo zelfs dat in deze eeuw het tijdschrift Nature kon schrijven dat de moslimlanden maar uitblinken in drie domeinen: de ont-zouting, de valkenjacht en het fokken van kamelen!
Blijft dat moet worden uitgelegd hoe het mogelijk is dat de moslimwereld na de vijftiende eeuw tot stilstand is gekomen, en zich in de laatste eeuwen totaal heeft laten overklassen door het Westen. Iqbal is er zich van bewust dat een antwoord op die vraag nog heel wat studie en onderzoek vereist. Ik vind het wel merkwaardig hoe heel wat van de aangehaalde ‘geleerden’ uit de moslimwereld, ook mensen uit een vrij recente tijd, een curieus mengsel vertonen van wetenschap en ontstellend bijgeloof.



Islam en wetenschap

Tot in de veertiende eeuw bloeide in Bagdad wetenschap en filosofie. De Mutazila-strekking legde nadruk op het rationele denken, ook over religieuze kwesties. Ze werd echter in de veertiende eeuw overvleugeld en monddood gemaakt door de traditionalisten en conservatieven. En sindsdien is de wetenschap in de wereld van de Islam een zwak beestje. Dat ligt volgens de Pakistaanse professor Pervez Amirali Hoodbhoy van de universiteit in Islamabad aan het feit dat autonoom wetenschappelijk kennen staat tegenover het heteronome kennen, dat berust op het gezag van heilige boeken enz. Sinds zevenhonderd jaar wordt de islam door dat laatste gedomineerd, zoniet geterroriseerd. De laatste decennia steekt het machtiger dan ooit de kop op, mede dank zij de houding van het Westen.
Lees het artikel van de heer Hoodbhoy: het kan ons inspireren om onze houding tegenover de islam en ook tegenover het eigen fundamentalisme (dat vooral in Amerika maar ook hier de kop opsteekt) te bepalen en te corrigeren!



GESCHIEDENIS VAN DE ISLAM: Deel V (21)

Tenslotte nog enkele data over landen, waar de islam een niet onbelangrijke minderheid uitmaakt:

    India: hoewel volgens de grondwet van het moderne India de moslims gelijke rechten hebben, worden ze in de praktijk toch als tweederangsburgers behandeld. Talrijk zijn de botsingen tussen eerder radicale moslims en even radicale Hindoes, met dikwijls honderden slachtoffers. Een speciaal geval vormt de provincie Kashmir, waar 70% van de bevolking moslim is. Nationalistische en integristische moslims van Kasjmir worden bewapend door het nabije Pakistan en vechten voor onafhankelijkheid of aanhechting bij Pakistan.
    Filippijnen: in Mindanao, in het zuiden, leven een 3 miljoen Filippijnse moslims, of Moros, die een hardnekkige strijd voerden eerst tegen de Spanjaarden, dan tegen de Amerikanen en tenslotte tegen de Filippijnse regering in Manila. De fameuze president Marcos heeft hen in 1980 na een lange secessie-oorlog een zekere autonomie beloofd. Onder Cory Aquino kwam er een zekere ontspanning, maar het probleem is niet opgelost.
    Bosnië-Herzegovna: dit gebied was in 1482 door de Turken veroverd en een groot deel van de Slavische bevolking bekeerde zich tot de islam. Maar ook katholieke Kroaten en orthodoxe Serven bewoonden het gebied, dat in 1946 binnen het federale systeem van Joegoslavië een afzonderlijke republiek werd. Vanaf 1969 konden de moslims de nationaliteit ‘Moslim’ verwerven, zonder daarom noodzakelijk een gelovige moslim te zijn. Na 45 jaar communisme was een groot deel van de moslims inderdaad niet meer gelovig. Naast die moslims van Bosnië, is ook een meerderheid van de bewoners van de provincie Kosovo en een 30% van die van de provincie Macedonië moslim.
    Ex-Sovjet-Unie: ongeveer 44 miljoen moslims (op een totaal van 263 miljoen inwoners) leefden volgens de volkstelling van 79 in de vroegere Sovjet-Unie. Voor 70% van Turkse afkomst, de rest Iraans en Ibero-kaukasisch, leefden ze voornamelijk in de vier Centraal-Aziatische republieken van de gewezen Sovjet-Unie: in Kirghizistan, Oezbekistan, Tadjikistan, Turkmenistan, en in Kazakhstan en Azerbeidjan. Dit laatste, sji’itisch en Turkssprekend keerde zich naar Turkije, Kazakhstan met de helft van de bevolking Europees, is gericht op Moskou, Europa en het verre Oosten. De vier Centraalaziatische republieken hebben een soennitische bevolking en hebben onder de Sovjet-overheersing een eigen nationaal en etnisch gevoel meegekregen, dat voorlopig althans stand houdt tegen een eventuele herschikking van grenzen en loyauteiten. Nochtans beantwoorden die grenzen niet aan de verschillende etnische realiteiten en inter-etnische conflicten zijn dan ook niet van de lucht. Een panislamitisch politiek project is er evenmin, zodat in veel gevallen het oude (communistische) kader op basis van een etnisch nationalisme nog steeds de touwtjes in handen heeft.


GESCHIEDENIS VAN DE ISLAM: Deel V (20)

Turkije
In 1923 wordt de republiek Turkije geboren uit de ruines van het Ottomaanse rijk. Mustafa Kemal (Ataturk) en opvolgers voeren een aantal hervormingen door, met het doel een geseculariseerde staat te stichten: een grondwet; algemeen stemrecht (de vrouwen krijgen reeds in 1934 stemrecht); één politieke partij; afschaffing van de polygamie, van de religieuze genootschappen, van de medrese (islamscholen); verbod religieuze kledij te dragen, de fez te dragen; verplichting tot burgerlijk huwelijk; invoering van het Latijnse alfabet (1928); invoering van de familienaam (1935).

Turkije blijft neutraal tijdens de tweede wereldoorlog, en gaat daarna een periode in van grotere democratisering en liberalisering: er worden meerdere politieke partijen toegelaten. In de jaren zestig komen er spanningen, o.m. door een verslechtering van de economie. In 1960 komt een eerste staatsgreep van het leger. Moeilijke jaren volgen, waarin religieuze en ultra-nationalistische bewegingen het concept van de Turkse staat in vraag stellen. In 1980 grijpt het leger weer in: het parlement wordt ontbonden en het leger installeert de dictatuur. Een drie jaar later begint de terugkeer naar een vorm van democratie.

Sinds 2002 is Erdogan, van de islamitische Partij voor Recht en Ontwikkeling (AKP) aan de macht. Hoewel gevreesd werd voor een terugkeer van de islamitische invloed op de Turkse politiek, is onder Erdogan Turkije verder op weg gegaan naar een democratisering. Sinds 2005 zijn onderhandelingen aan de gang over de mogelijke toetreding van Turkije tot de EU.
Maar veel problemen blijven onopgelost: vooral de Armeense genocide, het geval Cyprus en de Koerden. De Armeense genocide en het geval Cyprus, dat gedeeltelijk door Turkije wordt bezet, blijven een struikelsteen voor de EU. De situatie van de Koerden in Oost-Turkije heeft te maken met de naleving van de mensenrechten in dat land, en met de moeilijke erkenning van de eigenheid van het Koerdische volk. De semi-onafhankelijkheid van de Koerden in Irak vormt daarbij een heel gevoelig punt.



GESCHIEDENIS VAN DE ISLAM: Deel V (19)

Iran

Als Iran als enige land een islamitische revolutie heeft gekend, dan ligt dat vooral aan het feit dat het ook het enige land is in de islamitische wereld, dat een gestructureerde, onafhankelijke en gepolitiseerde geestelijkheid heeft. De grote ayatollahs kwamen op in Iran als gevolg van de discussie tussen de voorstanders van de eenvoudige navolging (van de profeet) en die van het recht tot interpretatie van de leer. Deze laatsten haalden het en de ayatollahs werden de interpretatoren van de religieuze traditie. Ze vormden een piramidaal korps, met aan het hoofd de grote ayatollah. Ze waren financieel onafhankelijk omdat de gelovigen hen onderhielden, en ook politiek onafhankelijk van de staat, aangezien de hoogste geestelijkheid sinds de 18e eeuw in Irak (Nadjaf en Kerbala) resideerde.

Vanaf het einde van vorige eeuw verzette de Iranese clerus zich met hand en tand tegen de westerse invloed en dus tegen de sjahs. De laatste sjah, Mohammed Reza Sjah (sinds 1941 aan de macht) wilde de macht van de clerus breken. In 1963 begon ayatollah Khomeyni het verzet. Hij gaat in ballingschap in Irak, waar hij een politieke filosofie ontwerpt, die veel radicaler was en slechts door een minderheid van de andere grote ayatollahs zal worden aanvaard. Zijn volgelingen echter zullen samen met de marxistisch geïnspireerde intelligentsia van Iran de revolutie van 1979 ontketenen en de sjah verjagen. Nadien zijn de marxisten uitgeschakeld. Maar de revolutie is steeds beperkt gebleven tot het land zelf.
Van 1980 tot 1988 vocht Iran een bloedige oorlog uit tegen Irak (dat daarbij heimelijk door de VS werd gesteund).
In 1989 is Khomeyni gestorven. De meer pragmatische Rafsandjani werd de nieuwe president, terwijl Khamenei Khomeyni opvolgde als



GESCHIEDENIS VAN DE ISLAM: Deel V (18)

Pakistan

Vroeger deel van India, werd Pakistan opgericht in 1947 om als tehuis te dienen voor de Indische moslims. In feite bleven meer dan de helft van hen in India. In 1971 scheurde het oostelijke stuk zich af van Pakistan en werd Bangladesh.
Heel vlug hebben de militairen in Pakistan de macht gegrepen en ook nu nog speelt het leger een heel belangrijke rol. Pakistan is het toneel van heel wat etnische en religieuze conflicten: ongeveer 10% van de bevolking is sji’itisch of ismailitisch en klaagt over de onverdraagzaamheid van de soennieten.

Pakistan is een islamitisch land, maar steeds is er verzet geweest tegen de pogingen om de grondwet en het recht te vervangen door de sjarie’a. Onder de dictatuur van Zia ul-Haq kreeg de islamitische geestelijkheid meer macht over de staat. De laatste jaren gaat het land de weg op van een sterkere islamisering (o.m. pogingen om het banksysteem te islamiseren, dwz de rente te verbieden). De steun van Pakistan aan de geallieerde krachten tegen Irak in de eerste golfoorlog heeft in het land zelf voor veel protest gezorgd. Sinds het verdwijnen van de Sovjet-Unie had Pakistan voor o.m. de V.S. het belang verloren, dat het vroeger had. Nochtans kan het land een belangrijke rol spelen naar de vroegere islamitische republieken van de S.U. toe.

Door een staatsgreep van het leger kwam in 1999 Pervez Musharraf aan de macht. Deze koos na de aanslagen van 9/11/2001 resoluut de kant van de VS in de strijd tegen het terrorisme. Dat leidde niet tot serieuze problemen voor Musharraf, wiens ambtsperiode in een referendum van 2002 voor vijf jaar werd verlengd. Heel wat religieuze groeperingen zien deze seculiere Musharraf echter niet zitten en verzetten zich tegen zijn pro-westerse politiek.



GESCHIEDENIS VAN DE ISLAM: Deel V (17)

2. De niet-arabische islamstaten

De belangrijkste zijn: met een islamitische meerderheid: Indonesië, Pakistan, Iran, Turkije; en waar de islam een minderheid is: India, Filippijnen, Bosnië, ex-Sovjet-Unie.

Indonesië

Het grootste islamitische land, maar toch geen islamitische staat: het politiek systeem van Indonesië sinds zijn onafhankelijkheid in 1945 erkent de grote godsdiensten (christendom, hindoeïsme en boeddhisme) als gelijkwaardig aan de islam. Dat is wellicht te danken aan het feit dat de islam relatief laat hier aankwam (13e-14e eeuw) en dat de islamisering vrij oppervlakkig is gebeurd.
De laatste twintig jaar grijpt er een vernieuwing plaats in de islam, op de eerste plaats echter op het religieuze en sociale vlak. Op het politiek vlak was er de officiële islamitische partij, de PPP, die echter door president Suharto sterk was geneutraliseerd. In het begin van de jaren negentig is Suharto begonnen met het opvrijen van de moslims, met het oog op zijn herverkiezing.

In 1998 wordt Suharto gedwongen af te treden, na de verslechtering van de economische situatie en protesten tegen de corruptie. Wahid, zijn opvolger en eerste echt gekozen democratische president, kon de chaos door Suharto achtergelaten niet herstellen en werd in 2001 afgezet. Zijn opvolgster, Megawati Sukarnoputri, dochter van Sukarno, slaagde er evenmin in de economische crisis het hoofd te bieden. Haar bewind blijft vooral in de herinnering door de terroristische aanslag op Bali in 2002.

Op dit ogenblik is Susilo Bambang Yudhoyono de president. Deze Yudhoyono was onder Megawati minister van binnenlandse veiligheid en werd na de aanslag op Bali het gezicht van de Indonesische strijd tegen het terrorisme. In december 2004 was het echter een verwoestende tsunami, die er de oorzaak van werd dat Indonesië nog maar eens in het midden van de internationale belangstelling stond.




You can follow any responses to this entry through the RSS 2.0 feed. You can leave a response, or trackback from your own site.