Archive for the 'GESCHIEDENIS EUROPESE EENMAKING' Category

Mijlpalen van de Europese eenwording (39)

De tweede pijler: naar een gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid.

De tweede pijler van Maastricht werd gevormd door het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid. Uiteraard werd hierbij verder gebouwd op de reeds bestaande Europese Politieke Samenwerking (EPS) maar Maastricht ging verder.Voor het eerst verbonden de lidstaten er zich toe hun buitenlands beleid daadwerkelijk te coördineren en voor het eerst viel ook het woord veiligheid, wat een heel behoedzame aanzet was voor een Europese bevoegdheid inzake defensie en militaire zaken. Het dient gezegd dat het buitenlands en veiligheidsbeleid aanzienlijk is geëvolueerd sinds het Verdrag van Maastricht. Met name in het Verdrag van Amsterdam (1997, van kracht sinds 1999) en het latere Verdrag van Nice werden een aantal wijzigingen doorgevoerd. Zo was er in Amsterdam sprake van een gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid wat dus een stap concreter is dan enkel



Mijlpalen van de Europese eenwording (38)

De eerste pijler van Maastricht: naar de euro



Mijlpalen van de Europese eenwording (37)

Het Verdrag van Maastricht: antwoord op woelige tijden

Als we het over mijlpalen in de Europese eenwording hebben dat is het Verdrag van Maastricht er zeker één. Er is veel inkt gevloeid over dit verdrag en zijn gevolgen, het is verguisd en de hemel in geprezen maar twee dingen zijn zeker: Maastricht heeft geleid tot een fundamentele verandering in de integratie, die nu uitgroeide tot een breed proces dat steeds meer terreinen van het maatschappelijk leven besloeg. De Europese Gemeenschap werd een Europese Unie. Daarnaast kan Maastricht ook niet los gezien worden van de omwentelingen in Oost-Europa, de val van de Berlijnse Muur en de Duitse hereniging.

Het was die gewijzigde situatie die de aarzelingen om snel over te gaan tot een eenheidsmunt (zoals voorgesteld door Delors) weg nam. Want Maastricht was een poging om voor de grote uitbreidingsgolven – talrijke kandidaat-leden stonden plots te trappelen voor de deur – nog een verdere economische en politiek integratie te realiseren. Eerst verdiepen en dan uitbreiden, dus. De aarzeling om deze weg te volgen, waren gezien de omstandigheden snel overwonnen, ook al waren er die eerder voorstander waren van het omgekeerde, zoals Thatcher in haar nadagen als Brits premier.

Maar vooral kan men Maastricht zien als een direct antwoord op de Duitse hereniging die in een jaar tijd in versneld tempo werd doorgevoerd. De Europese integratie keerde daarmee terug naar haar oorspronkelijke rol: de Frans-Duitse verzoening inbedden in een breder Europees kader. De Duitse eenwording leidde immers niet alleen tot een sluipende uitbreiding van de Gemeenschap met het economisch verouderde Oost-Duitsland. We kunnen het ons bijna twintig jaar later nog nauwelijks voorstellen, maar in bepaalde kringen, en met name in Frankrijk, heerste toen weldegelijk een bepaalde vrees voor Duitse arrogantie, voor een mogelijk wegdrijven van Duitsland in een neutralistische richting, waarbij het land opnieuw



Mijlpalen van de Europese eenwording (36)

Schengen en de burcht Europa

Naast de kritiek op het ontbreken van een sociale Europa hoorde men in de tweede helft van de jaren tachtig ook de eerste waarschuwingen tegen de



Mijlpalen van de Europese eenwording (35)

De impact van de Akte was enorm: het ging hier om veel meer dan enkel de afschaffing van douanecontrole aan de grenzen. De Europese Gemeenschap greep voor het eerst in op allerlei terreinen. Het kapitaal kon zich vrij bewegen tussen de verschillende landen, wat monetaire stabiliteit meer en meer een noodzaak maakte en het bankwezen een groter, Europese ruimte bracht en een proces van fusies en Europese samenwerking in de banksector op gang bracht.
Er startte vanuit Europa een beweging van geleidelijke privatisering van overheidsdiensten die nog steeds niet voltooid is. Bedrijven konden hun diensten zonder problemen over de grenzen aanbieden.
Maar vooral heeft de Akte voor het eerst een impact gehad op het dagelijkse leven van grote deel van de Europese bevolking. Voorheen was dit eigenlijk alleen voor de boeren en voor de mijnwerkers en staalarbeiders het geval. Europa werd overspoeld met richtlijnen uit Brussel die de randvoorwaarden voor de vrije concurrentie moesten waarborgen. Dat ging van normen voor kinderspeelgoed, over het invoeren van Europese patenten en octrooien en de fysische reorganisatie van luchthavens (omdat er voor vluchten van buiten Europa wel en voor binnen Europa geen controle meer was) tot de kwaliteitsnormen voor filterinstallaties in zwembaden, de methodes ter berekening van gewapend beton, de veiligheidsvoorschriften in liften, of de zogenaamde vogelrichtlijn die natuurgebieden beschermt.

De Eenheidsakte werd door het zakenleven enthousiast onthaald. Het wegvallen van allerlei administratieve beslommeringen en de creatie van een grote interne markt die haar nieuwe expansiemogelijkheden gaf, kon in die kringen uiteraard enkel op bijval rekenen. Minder enthousiast reageerden de vakbonden en andere sociale organisaties die er op wezen dat er wel een grote markt voor arbeid en kapitaal werd gecreëerd maar dat dit niet gepaard ging met stevige sociale bepalingen. Er werd met name op gewezen dat loonpolitiek en arbeidsrecht nog steeds een nationale materie bleven. Sommige mensen ter linkerzijde waren daar overigens niet onverdeeld ongelukkig over. Zij vreesden dat in het neoliberale klimaat Europese afspraken enkel kon leiden tot sociale afbraak. In ieder geval zal vanaf de goedkeuring van de Eenheidsakte de kritiek op het overheersend beleid van de Gemeenschap meer een meer groeien. De Commissie werd ter linkerzijde vaak gezien als de promotor van een uitsluitend (neo)liberaal beleid. Dat was zeker wat de Commissie Delors betreft niet helemaal terecht. Voor Delors was een monetaire unie (met een munt) een noodzakelijk uitvloeisel van een eengemaakte markt om te voorkomen dat landen elkaar zouden beconcurreren via een devaluatie van hun munt. Maar evenzeer moest men vermijden dat men in een neerwaartse sociale spiraal zou terechtkomen doordat landen elkaar zouden beconcurreren via sociale dumping. Delors stelde daarom ook een sociale gemeenschap voor die sociale minimumnormen voor alle landen zou opleggen.

Dat leidde tot zware conflicten tussen Delors en Thatcher. Op de achtergrond speelde hierbij de nooit opgeloste kwestie over de finaliteit van het integratieproces. Thatcher zag de Europese Gemeenschap louter als een sterk uitgebouwde vrijhandelsclub. Delors had wellicht een meer verreikend politiek project voor ogen. Maar los daarvan speelde hier ook een tweede conflict: dat tussen de neoliberale Thatcher en de sociaal-democraat Delors en hun visie op de rol van de overheid (of het nu de nationale staat of Europa is) in de samenleving en in de sturing van het economisch en sociale leven. Thatcher wou niet het risico lopen dat haar neoliberaal beleid in eigen land via een Europese achterpoort weer ongedaan werd gemaakt.



Mijlpalen van de Europese eenwording (34)

De Eenheidsakte: vrijbrief voor het neoliberalisme?

De Europese Eenheidsakte (1986) is wellicht het minst gekende van alle Europese verdragen. Het beoogde tegen 1993 een grote interne markt zonder grenzen te realiseren. De gevolgen van deze Eenheidsakte lieten zich in praktijk dan ook vooral voelen na de ondertekening van het Verdrag van Maastricht (1992) waardoor een aantal dingen die reeds in 1986 waren afgesproken, onterecht aan dit laatste Verdrag worden toegeschreven. In feite kan de Europese Akte als een belangrijke voorloper van Maastricht worden gezien.

De Akte greep grotendeels terug naar een Witboek dat door de Commissie Delors was voorbereid en omvatte vooreerst een aantal ogenschijnlijk beperkte maar niet onbelangrijke institutionele veranderingen.
De Gemeenschappen kregen nieuwe bevoegdheden op het vlak van technologisch onderzoek en ontwikkeling, inzake milieu en wat betreft sociaal zaken, al was van een echt sociaal beleid zeker geen sprake.
De Europese Raad van staatshoofden en regeringsleiders kreeg officiële erkenning en dat was ook het geval voor de Europese Politieke Samenwerking als intergouvernementeel forum voor buitenlands beleid. Hiermee werd voor de eerste keer erkend dat er binnen de Gemeenschap twee soorten procedures zouden bestaan: een supranationale en een intergouvernementele. Wie herinnerde zich in 1986 nog dat 25 jaar voorheen Nederlanders en Belgen storm liepen tegen vergelijkbare voorstellen in het Plan Fouchet?
Ook het Europees Parlement kreeg meer macht. In een aantal gevallen werd voorzien in een zogenaamde



Mijlpalen van de Europese eenwording (33)

Europa en het einde van de Koude Oorlog.

De jaren 1985-1992 waren een tijd van grote veranderingen. We hebben er aan het begin van ons verhaal op gewezen dat men het ontstaan van de West-Europese integratie niet los kan zien van de onmiddellijke naoorlogse context en de deling van het grotere Europa in twee tegengestelde blokken. Die Koude Oorlogscontext leidde tot het dubbele uitgangspunt van velen in West-Europese diplomatieke kringen: economische en misschien op termijn politieke integratie in West-Europa en Atlantische militaire integratie onder Amerikaanse leiding.
Het aantreden van Gorbatsjov met zijn intern en extern hervormingsbeleid tastte deze geopolitieke zekerheden aan. De val van de Berlijnse Muur en de fluwelen revoluties van het najaar 1989 wijzigden vervolgens het aanschijn van Europa volkomen. Meer dan ooit tevoren stelde zich aan het begin van de jaren negentig de vraag hoe Europa zich zou positioneren ten aanzien van de Amerikanen, Russen en andere mogendheden in een wereld waar men op dat ogenblik weinig



Mijlpalen van de Europese eenwording (32)

Het Europese Parlement: rechtstreeks verkozen

Een andere Europese instelling werd serieus opgewaardeerd. In 1979 had de eerste rechtstreekse verkiezing plaats van het Europese parlement. Zonder dat het parlement hiermee echt meer macht kreeg, steeg het prestige van de instelling door deze stap behoorlijk. Tevoren was de rol van Europese parlementair immers een bijbaantje voor nationale parlementsleden. Nu kwamen er meer en meer parlementairen die zich voltijds met Europa bezig hielden. Een feit dat op zich wellicht minstens zo belangrijk is dat de formele bevoegdheden van de instelling. Gaande weg zou het parlement die bevoegdheden in die jaren ook krijgen, al zijn die nog steeds niet volledig te vergelijken met wat men normaal zou verwachten in een democratie.

Het Europees Monetair Stelsel

Einde jaren zeventig kwam onder impuls van de Europese Commissie het Europese Monetaire Systeem (EMS) tot stand dat de wisselkoersen tussen de verschillende lidstaten stabiliseerde door een systeem van interventie op basis van afspraken tussen de nationale banken. Het EMS kan als een voorloper worden gezien van de monetaire unie. Opmerkelijk was dat toen al de Britten hun pond buiten het EMS hielden, een teken aan de wand voor hun latere houding ten aanzien van de euro.

Uitbreiding naar het zuiden

In de periode van eurosclerose aan het begin van de jaren tachtig, kwam er nog een tweede uitbreidingsgolf tot stand. Griekenland werd lid in 1981, in dezelfde periode startten de onderhandelingen met Spanje en Portugal. Niet alleen werd hierdoor het gewicht van het Middellandse Zeegebied toe. Het ging ook om drie armere Europese landen waarvoor een zeer lange overgangstijd werd voorzien. Maar vooral hadden ze alle drie in de tweede helft van de jaren zeventig de weg naar de democratie teruggevonden. Zoals dat ook later voor Oost-Europa het geval zou zijn, onderschatten wij vaak de symbolische waarde die het lidmaatschap van de Europese Gemeenschap voor die landen had. Natuurlijk ging het er ook om aansluiting te vinden bij de rijke club van West-Europese landen. Wie zou dat niet willen? Maar het werd toch ook gezien als een bezegeling van het democratiseringsproces. De val van het kolonelsregime in Griekenland, de



Mijlpalen van de Europese eenwording (31)

De Europese Raad: een nieuwe instelling

Een ander informeel overleg zou in de geschiedenis van de Europese instellingen nog een grote rol gaan spelen. Op initiatief van Giscard d



Mijlpalen van de Europese eenwording (30)

Aarzelend begin van een gemeenschappelijk buitenlands beleid

Aan het begin van de jaren zeventig zouden de eerste stappen worden gezet op weg naar overleg en coördinatie inzake buitenlands beleid. Toen sprak men van Europese Politieke Samenwerking (EPS), en het ging er over een



Mijlpalen van de Europese eenwording (29)

De Britse toetreding: een paard van Troje in Europa?

Na het wegvallen van de Gaulle stond de deur open voor de Britten die samen met Denemarken en Ierland vanaf 1973 lid werden. Ook nu verliepen de onderhandelingen met de Britten moeizaam en pas in 1975 zouden ze, nadat de toetredingsvoorwaarden heronderhandeld werden, een referendum over het lidmaatschap houden dat overigens glansrijk werd gewonnen. Dat neemt niet weg dat in Groot-Brittannië een eurosceptische stroom bleef bestaan, wat overigens ook gold voor een ander nieuw lid, Denemarken. Terwijl de Noorse kandidatuur een referendum niet overleefde.

Toch zou het verkeerd zijn alle Britten zomaar af te doen als opportunisten die Europese initiatieven enkel op hun nuttigheid taxeren. Margaret Thatcher, die in 1979 Brits premier werd en dat tot 1990 zou blijven, heeft ongetwijfeld een cruciale rol gespeeld in de wederzijdse (negatieve) beeldvorming tussen Eurofielen en Britten. Na het



Mijlpalen van de Europese eenwording (28)

De periode 1970-1984: Beperkte relance en eerste uitbreiding.

De jaren zeventig startten voor de Europese Gemeenschap met veel grote plannen. Nu de Gaulle van het toneel verdwenen was, leek de weg vrij te zijn voor een relance van het Europees integratieproces én voor de uitbreiding van de Gemeenschappen. De nieuwe Franse president Pompidou stelde zich immers constructief op. Er werden aanvankelijk dan ook grootste plannen gemaakt: zo werd de idee naar voor geschoven om binnen de tien jaar een economische en monetaire unie te creëren. Het comité Davignon lanceerde ook het voorstel om ook op het vlak van buitenlands beleid nauwer te gaan samenwerken. Maar die plannen botsten al snel op de uitdagingen die een snel veranderende wereld aan de Europese landen stelde.

Inderdaad, nog maar nauwelijks was het idee van een economische en monetaire unie gelanceerd, of de Amerikanen lieten eenzijdig het systeem van de vaste wisselkoers varen. Dit was één van de steunpilaren van het Bretton-Woods systeem geweest dat sinds de tweede wereldoorlog de monetaire stabiliteit binnen de Atlantische gemeenschap had gegarandeerd. Het resultaat was dat de wisselkoersen tussen de Europese landen meer in plaats van minder gingen fluctueren en men dus verder van een monetaire unie was dan ooit.

Twee oliecrisissen, één in 1973 (naar aanleiding van de Jom Kippoer oorlog tussen Israël en de Arabische landen) en één in 1979 (als gevolg van de Iraanse revolutie) versterkten nog de economische malaise in Europa. Wat hierbij met name in 1973 duidelijk werd, was dat Europa veel afhankelijker was van olie uit het Midden-Oosten dan Amerika en dat bijgevolg Europese en Amerikaanse belangen ten aanzien van dit conflict verschillend lagen. Het leiderschap van de Amerikanen kreeg in deze jaren, net na de Vietnam-oorlog, bij de Europese publieke opinie en beleidsmakers dan ook een behoorlijke deuk. Tegelijkertijd maakte de ontspanning tussen Oost en West die in de eerste helft van de jaren zeventig haar hoogtijd kende, de nood om bescherming te zoeken bij de Amerikanen voor vele West- Europeanen minder dringend. Evenzeer zouden vele Europeanen vanaf het einde van de jaren zeventig behoorlijk verontrust worden over de nieuwe Koude Oorlog die in de Verenigde Staten de kop op stak (cfr. Reagan).

Alles bij elkaar moeten we echter vaststellen dat de Europeanen op deze gebeurtenissen in verspreide slagorde reageerden. De nieuwe internationale constellatie nam zeker niet automatisch alle mogelijke aarzelingen weg om tot een verdere Europese integratie of samenwerking te komen, zoals de Europese federalisten nodig achtten. Aan het einde van de jaren zeventig, begin jaren tachtig namen velen dan ook het woord




You can follow any responses to this entry through the RSS 2.0 feed. You can leave a response, or trackback from your own site.