ALGEMENE GESCHIEDENIS 4. De Middeleeuwen (III, 1)

De Volle middeleeuwen (11e, 12e en 13e eeuw)

Inleiding: Europa in het jaar 1000, stand van zaken

Engeland: door Angelen, Saksen en Juten gedeeltelijk veroverd en gecoloniseerd vanaf ongeveer 450. In de 7e en 8e eeuw overwicht van de Angelen, in de 9e eeuw van de Saksen (met Alfred de Grote, in Wessex). Vanaf de 9e eeuw ook invallen van de Denen en Noren. In de 11e eeuw veroveren de Denen dan heel Engeland (dus zonder Schotland of Wales): koning van de Denen: Kurt de Grote.
In 1066 de slag van Hastings, waar Willem van Normandië, ook achteraf Willem de Veroveraar geheten, de overwinning behaalt. De Normandiërs waren Deense Vikings, die aan de monding van de Seine een rijk hadden gesticht, dat als hertogdom in de 10e eeuw afhankelijk wordt van de Frankische koning (in Parijs). Engeland zal pas na de verovering van Willem en dank zij diens organisatie van het land stilaan een grote mogendheid worden.

Frankrijk rond 1000 na Chr.

WestFrankenland: na het verdrag van Verdun in 843 langzame verbrokkeling door gebrek aan sterk Karolingisch gezag en invallen van de Noormannen. Ontstaan van grote territoria: o.m. Anjou, Aquitanië, Gascogne, Bretagne, Normandië, Vlaanderen.
Op het einde van de tiende eeuw (987) komt een nieuwe dynastie aan de macht, die van de Capetingen, met als eerste Hugo Capet (987-996): deze was




You can follow any responses to this entry through the RSS 2.0 feed. You can leave a response, or trackback from your own site.

Leave a Reply

You must be logged in to post a comment.