De grote transformatie: conclusies (1)

Op het eerste gezicht is het boek van Armstrong een tocht in een verre geschiedenis, waarin gezocht wordt naar de wortels van de grote religieuze tradities van de wereld, een vrijblijvende bezigheid, zonder veel implicaties voor de huidige tijd. Armstrong lijkt ons te suggereren dat we er zelf maar de conclusies uit moeten trekken. Voor zover ik me herinner, geeft ze slechts een paar keren een hint. Een eerste keer, wanneer ze suggereert dat zowel het christendom als de islam de waarden uit de spiltijd van Israël doorgetrokken hebben naar de volgende eeuwen. En een tweede keer, wanneer ze expliciet zegt: ” In de zestiende eeuw leidde de wetenschappelijke revolutie tot een nieuwe Spiltijd, waarvan niet Boeddha, Socrates of Confucius, maar Nexton, Freud en Einstein de helden waren”.

Wat haar inschatting van de rol van het christendom en de islam betreft, heeft ze uiteraard gelijk. Tenminste toch vanuit de constatatie dat beide godsdiensten sinds hun begin ook de nadruk hebben gelegd op de liefde voor de naaste (bv. de parabel van de barmhartige Samaritaan) en de plicht van het delen (één van de vijf zuilen van de Islam). Ook voor christenen en moslims geldt de regel: doe de ander niet aan wat je niet wilt dat hij je aandoet.
Maar al heel vlug (vanaf de derde eeuw na Chr) is bij de christelijke kerken de aandacht blijkbaar verschoven naar de dogmatiek en de interpretatie van de schrift; de orthodoxie werd vastgelegd en wie die niet volgde werd als ketter veroordeeld en riskeerde vervolging en dood. In de Islam is iets dergelijks gebeurd: kort na de dood van Mohammed ontstond de scheuring tussen het sjiïsme en het soennisme; tot de dag van vandaag bevechten beide strekkingen elkaar met een onverzoenlijke haat.

Meer dan ooit lijkt het er dus op dat godsdienst geweld genereert, een realiteit waartegen de religieuze tradities zich allemaal resoluut hebben afgezet. En de tijd dat dit verzet levensgevaarlijk was is nog niet zo lang voorbij.

Je kan je afvragen hoe het komt dat godsdienst met dogma’s, riten en offers zo’n taai fenomeen is. Het lijkt er al te zijn geweest van bij het ontstaan van de mens zelf, en tiert nog welig de dag van vandaag. Voor zover ik dat zie, heeft dat veel te maken met de existentiële onzekerheid van het menselijk bestaan en met het feit dat de mens slechts één zekerheid kent, dat hij namelijk zal sterven.
(wordt vervolgd)




You can follow any responses to this entry through the RSS 2.0 feed. You can leave a response, or trackback from your own site.

Leave a Reply

You must be logged in to post a comment.