Archive for the 'GESCHIEDENIS CHRISTENDOM' Category

Het Christendom: wezen en geschiedenis

h3. C.IV Het protestants-evangelisch paradigma van de Reformatie

h5. C.IV.2 Het consequent reformatorische protestantisme (vervolg)

Voltooiing van de protestantse paradigma-verandering: Jean Calvin (1509-1564).

In tegenstelling tot Luther (monnik) en Zwingli (priester) is Calvijn van huis uit een jurist, zoon van een bisschoppelijke jurist. Hij was vanuit Picardië naar Parijs gekomen om daar aan het Collège Montaigu filosofie te studeren, daarna burgerlijk en canonisch recht. Van een innerlijke crisis is in tegenstelling tot Luther bij deze ernstige, zelfzekere man met aristocratische manieren blijkbaar nauwelijks sprake. Hij kwam hoedanook onder invloed van het katholiek hervormingsgedachtengoed en is daarom in Parijs Grieks, de bijbel en de kerkvaders beginnen studeren. Zo kwam hij in contact met evangelisch gezinden, die sympathiseerden met Luther. Hij geraakte daardoor samen met anderen in moeilijkheden, en zal op zeker ogenblik Parijs ontvluchten en naar Bazel (Zwitserland) trekken.
Daar schrijft de theologische autodidact zijn hoofdwerk: “Institutio christianae religionis“, in het latijn verschenen in 1536 (sterfjaar van Erasmus, vijf jaar na de dood van Zwingli): een samenvatting van zijn evangelische leer, totaal op de schrift gebaseerd.
Hij komt dan in Genève terecht, waar hij na twee jaar wordt uitgewezen, omdat hij de inwoners en de stad te strenge normen oplegt inzake geloof en leven. Drie jaar later zal hij naar Genève teruggeroepen worden door de stadsraad. Hij zal er zijn opvattingen over hervorming definitief doorvoeren: alles, het openlijke en privéleven, de scholen, politiek en wetenschap, het wordt alles beschouwd als ‘dienst aan God’. Hij legt een strenge kerktucht op aan allen, ook zijn beste vrienden. Hij doet er veertien jaar over om dit alles door te voeren tegen de vijanden in de stad in, de patriotten, die niets moeten hebben van de geloofsvluchtelingen uit Frankrijk, Italië en Holland die in Genève neerstrijken. Hij zal niet aarzelen die tegenstanders te verdrijven en deels onbarmhartig te laten executeren. Calvijn, een man van de orde en de vrede, geboren in een wereld vol conflicten…



Het Christendom: wezen en geschiedenis

h3. C.IV Het protestants-evangelisch paradigma van de Reformatie

h5. C.IV.2 Het consequent reformatorische protestantisme

Volgens velen was Luther te weinig radicaal. De hervorming van Luther moest volgens hen totaal komaf maken met het rooms-katholieke geloof. In Zwitserland legde Zwingli de basis voor een radicaal protestantisme, dat dan door Calvijn zal worden doorgetrokken tot een werkelijk hervormd christendom.

Hervorming in Zwitserland: Huldrych Zwingli (1484-1531).

In tegenstelling tot de ascetische monnik Luther was Huldrych Zwingli een pastoor die na enkele jaren aalmoezenier in het Zwitsers leger te zijn geweest pastoor was geworden in Zürich. Hij zou eerst voorstander zijn geweest van een eerder gematigde hervorming binnen de katholieke kerk in de zin waarin Erasmus die voorstond. Onder invloed van Luther is hij verder gegaan, en rond 1521-22 werd hij van humanistisch gezinde hervormer tot evangelisch consequente hervormer. Daarbij ging hij dadelijk een eind verder dan Luther in zijn systematische aanval op het Roomse systeem. Hij begint met de verwerping van alle elementen, die niet bijbels gegrond zijn. Zijn opvatting over een totaal nieuwe kerkinrichting, een synodale kerk onder toezicht van de verschillende steden, werd in verschillende steden van Zwitserland (Basel, Bern, St.Gallen) overgenomen. Maar een groot deel van Zwitserland bleef trouw aan het katholieke geloof, en die scheuring zou tot burgeroorlog leiden. Bij de tweede oorlog sneuvelt Zwingli. Op zijn hervormingswerk zal de Fransman Jean Calvin een tiental jaar later steunen om zijn kerk op te bouwen in Genève.



Het Christendom: wezen en geschiedenis

h3. C.IV Het protestants-evangelisch paradigma van de Reformatie

h5. C.IV.1 Luther (slot)

In Rome hebben een aantal figuren, waaronder kardinaal Reginald Pole, neef van Hendrik VIII, en bewonderaar van Erasmus, pogingen ondernomen om in de Erasmiaanse zin de kerk te hervormen. In het jaar van Erasmus



Het Christendom: wezen en geschiedenis

h3. C.IV Het protestants-evangelisch paradigma van de Reformatie

h5. C.IV.1 Luther (vervolg)

Het zal nog eens vijftig



Het Christendom: wezen en geschiedenis

h3. C.IV Het protestants-evangelisch paradigma van de Reformatie

h5. C.IV.1 Luther (vervolg)

Ondanks breuk toch continuïteit?

Hoe moeten we nu die nogal spectaculaire, revolutionaire verandering van het paradigma in de theologie beoordelen? Ondanks het feit dat die verandering enorme politieke gevolgen heeft gehad voor kerk en maatschappij, was Luther toch geen politieke revolutionair en de reformatie ook geen vroeg-burgerlijke revolutie. Luther zal zich zoals geweten is sterk verzetten tegen de boerenopstand, die geleid werd door de theoloog Thomas Müntzer. Hij wilde niets anders zijn dan een



Het Christendom: wezen en geschiedenis

h3. C.IV Het protestants-evangelisch paradigma van de Reformatie

h5. C.IV Luther (vervolg)

De herontdekking door Luther van de oorspronkelijke rechtvaardigingsleer van Paulus na 1500 jaar christendom is een ongelooflijke, ongehoorde theologische prestatie. Ook al is Luther niet vrij te pleiten van overdrijvingen en eenzijdige benaderingen, zijn grondinzicht was juist.

De terugkeer naar het evangelie

Natuurlijk heeft die lezing van Luther allerlei gevolgen gehad voor de opvattingen over kerk, ambt en sacramenten, en daar knelde het schoentje. De consequente houding van Luther kon niet anders dan botsen met de kerk van Rome.Het jaar 1520 is het jaar geweest van de theologische doorbraak, van het ontstaan van zijn reformatorisch programma.
Zijn eerste werk luidde: “Von den guten Werken” (1520), over de verhouding tussen geloof en werken: geloof is het eerste, de basis.

Zijn tweede werk: “An den christlichen Adel deutscher Nation von des christlichen Standes besserung“(juni 1520): een oproep tot hervorming van de kerk en een aanval op het roomse systeem dat elke hervorming tegenhoudt met zijn driedubbele bewering: 1 het geestelijke gezag staat boven het wereldlijke, 2. de paus alleen kan de schrift naar waarheid uitleggen, 3. de paus alleen kan een concilie bijeenroepen. Het hervormingsprogramma in dat werk omvat 28 punten, die slaan op het pausdom, maar ook op het kloosterleven, het priestercelibaat, de aflaten, de zielemissen, de heiligenfeesten, de bedevaarten, de bedelorden, de universiteiten, de scholen, de hulp aan de armen, de afschaffing van de weelde.

Zijn derde werk (herfst 1520) luidt: “Von der babylonischen Gefangenschaft der Kirche“: streng systematisch-theologisch traktaat over de sacramenten, waarvan er slechts twee (in het beste geval drie) volgens Luther op Christus teruggaan: de doop en het avondmaal, misschien het boetesacrament. De andere vier sacramenten zijn vrome kerkelijke gebruiken.

Het vierde werk van dat jaar 1520 is “Von der Freiheit eines Christenmenschen“, waarin hij zijn ideeën over de rechtvaardiging verder uitwerkt, indachtig het woord van Paulus in 1Kor 9,19:



Het Christendom: wezen en geschiedenis

h3. C.IV Het protestants-evangelisch paradigma van de Reformatie

h5. C.IV.1 Luther (vervolg)

De kernvraag: hoe voor God gerechtvaardigd?

Luther (1483-1546) was een Augustijner monnik, gekweld door vragen over hoe hij als zondige mens kon gered worden. De genadeleer van Augustinus heeft op hem een grote invloed gehad en in de passage van de brief van Paulus aan de Romeinen (1,17) heeft hij de kern gevonden van zijn hervorming: “In het evangelie openbaart zich dat God enkel en alleen wie gelooft als rechtvaardige aanneemt, zoals ook geschreven staat:



Het Christendom: wezen en geschiedenis

C.IV Het protestants-evangelisch paradigma van de Reformatie

C.IV.1 Luther

In de zestiende eeuw heeft Martin Luther een nieuw paradigma ingeluid, weg van het rooms-katholieke van de middeleeuwen naar een nieuw, evangelisch paradigma van dat historisch godsdienstig gebeuren, dat pas in de negentiende eeuw de naam ‘Reformatie’ of hervorming meekreeg.
Omdat in de tijd van de reformatie de religie meer dan nu een alles doordringende dimensie was van het maatschappelijke leven, moet de geschiedenis ervan uiteraard rekening houden met alle aspecten van dat leven en niet enkel met individuen, hoezeer die ook er hun stempel op hebben gedrukt.
Toch blijft een figuur als Luther, ook al is hij niet de hele reformatie, belangrijk. Hij vertegenwoordigt bij uitstek het hele reformatorische programma. Het beeld dat we van hem hebben is enorm belangrijk voor een goed begrip van dit nieuwe paradigma. Maar dat beeld is gedurende de bijna vijfhonderd jaar sinds Luther met de reformatie begon, voortdurend veranderd.
Willen we datgene wat Luther heeft gedaan, juist inschatten, dan moeten we natuurlijk een afgewogen kijk hebben op Luther zelf: misschien niet de door God gezonden profeet van het oorspronkelijke evangelie of de bevrijder van de gewetensdwang en het bijgeloof of nog de eeuwige Duitser (zo de Lutheranen in de loop der eeuwen) maar ook niet de verlopen monnik, de aartsketter enz (zo de katholieke visie in de loop van diezelfde eeuwen). Vandaag de dag is men het in evangelische en progressief katholieke kringen er over eens dat de reformator een religieus bewogen figuur was en de reformatie een religieus gebeuren.



Het Christendom: wezen en geschiedenis

C.III Het Rooms-katholiek paradigma van de Middeleeuwen

C.III.13 Van het antiprotestantisme naar het antimodernisme (slot)

Het concilie tegen de Verlichting

Geschokt door alle



Het Christendom: wezen en geschiedenis

C.III Het Rooms-katholieke paradigma van de Middeleeuwen

C.III.13 Van het antiprotestantisme naar het antimodernisme (vervolg)

Binnen dat gesloten systeem waren oude en nieuwe dogma



Het Christendom: wezen en geschiedenis

C.III Het Rooms-katholieke paradigma van de Middeleeuwen

C.III.13 Van het antiprotestantisme naar het antimodernisme (vervolg)

Nochtans had de kerk bij drie gelegenheden een kritisch-constructieve stap kunnen zetten in plaats van een restauratief antwoord te geven op de revolutionaire omwentelingen:

  • in 1806 houdt het heilige Roomse Rijk der Duitse natie op te bestaan, nadat drie jaar tevoren de geestelijke vorstendommen in Duitsland verdwenen door secularisering van de bisdommen, stichtingen en kloosters. Op het Congres van Wenen (in 1815) doet de vertegenwoordiger van de paus er alles aan om het Heilige Roomse rijk en de kerkelijke situatie in Duitsland te herstellen, tevergeefs. Wel wordt de kerkelijke staat in zijn geheel hersteld, en dadelijk worden alle moderniseringen daar teruggeschroefd en de vroegere pauselijke wetgeving weer ingevoerd.
  • in 1830 brengt de juli-revolutie in Parijs een liberale burgerregering aan de macht ter vervanging van de reactionaire bourbons. Rome wijst echter elk politiek liberalisme af, wat voor gevolg heeft dat het liberalisme radicaal antiklerikaal wordt. De ene antimoderne maatregel na de andere volgt uit Rome. Geen wonder dat er een splitsing komt tussen klerikalen (conservatieven) en liberalen (radicaal en vooruitstrevend), een splitsing die zich ook in de nieuwe wereld van Latijns Amerika voltrekt en daar tot de dag van vandaag aanwezig is.
  • in 1848 bereikt de februarirevolutie van Parijs ook de kerkelijke staten. Pius IX, die eerst ingaat op de liberale hervormingen, wordt uitbundig gevierd, maar moet, wanneer hij terugschrikt voor radicalere hervorming, vluchten naar Gaeta. Met behulp van Franse en Oostenrijkse troepen komt hij naar Rome terug, dit keer als rabiate tegenstander van alle vrije (


  • Het Christendom: wezen en geschiedenis

    C.III Het Rooms-katholieke paradigma van de Middeleeuwen

    C.III. 13 Van het antiprotestantisme naar het antimodernisme.

    Vanuit de door de Renaissance gebaande wegen ontwikkelt zich vanaf de zeventiende eeuw vooral in Frankrijk, Nederland en Engeland een nieuwe wereldlijke cultuur.Zij heeft zich aan de bevoogding van het kerkelijk leven en de kerkelijke leer onttrokken maar er op zijn beurt een enorme invloed op uitgeoefend.
    Hier hebben we het enkel over de vraag: hoe heeft de katholieke kerk, hoe heeft Rome op die moderne ontwikkeling gereageerd?

    Het eens zo vernieuwende middeleeuwse paradigma was in de late middeleeuwen en de tijd van de reformatie reactionair geworden: het liet zich inspireren door een geest van apologetiek en reactie:

  • tegen de conciliaire theorieën, voor een beklemtoning van het primaatschap van de paus tegenover concilie en episcopaat
  • tegen het spiritualisme van Wycliff in Engeland en Hus in Bohemen, voor het kerkelijke en uiterlijk-zichtbare karakter van de christelijke gemeenschap
  • tegen de reformatie, voor de objectiviteit van de sacramenten, het belang van de hiërarchie, het priesterambt, het Latijn, het celibaat en het ambt van bisschop
  • tegen het Gallicanisme, die traditionele eigenschap van de Franse kerk onder Lodewijk XIV, door Bossuet nog sterk benadrukt, voor een theologie van de hiërarchische, pauselijke macht en een opvatting van de kerk als een vanuit Rome georganiseerd en gedomineerd machtsdomein naast de staat
  • tegen het Jansenisme, dat een strenge interpretatie voorstond van de genadeleer van Augustinus, voor een beklemtoning van het pauselijke



  • You can follow any responses to this entry through the RSS 2.0 feed. You can leave a response, or trackback from your own site.